Circular Lighting heeft de toekomst

In een recent artikel in het magazine Management Team vertelt Anton Brummelhuis, Senior Director Sustainability van Philips, over een aantal Circular Lighting-projecten. Daarbij betaalt de klant niet langer voor de verlichtingsinstallatie (en heeft de klant pech als de lampen stroom blijken te vreten of snel kapot gaan), maar voor het gebruik van licht. En dus heeft de verlichtingsproducent er baat bij om de lampen zo energiezuinig mogelijk te maken. Bovendien doet Philips er verstandig aan verlichting te leveren die heel lang meegaat en eenvoudig te onderhouden is, zodat de onderhoudskosten afnemen.

In 2014 verkocht Philips Circular Lighting aan een vervoersbedrijf in Washington, USA. In 25 parkeergarages werden 13.000 led-armaturen opgehangen. Philips zorgt voor het onderhoud en de verlichtingsinstallatie wordt gefinancierd vanuit de energiebesparing – naar verwachting 68 procent. De looptijd van het contract is 10 jaar. In datzelfde jaar werd ook een andere grote deal gesloten, met Schiphol voor de verlichting in Lounge 2, het grootste winkelgebied achter de douane dat momenteel volledig wordt gerenoveerd. Hier blijft de verlichtingsinstallatie eigendom van Philips maar verzorgt Cofely de installatie en het onderhoud. De verwachte energiebesparing is hier 50 procent.

Circular Lighting

Drie besparingen

In het artikel legt Brummelhuis uit dat het businessmodel van Circular Lighting is gebaseerd op drie besparingen. Ten eerste de besparing op energiekosten, door gebruik van zuinige ledlampen en sensoren die vertellen wanneer er meer licht moet zijn (veel mensen, donker buiten) en wanneer er minder licht nodig is. Ten tweede door te besparen op servicekosten. Dat lukt door gebruik te maken van duurzame ontwerpen dat alles gemakkelijk te repareren valt en door software die aangeeft wanneer (preventief) onderhoud nodig is. En ten derde door te besparen op afschrijving, dus door ervoor te zorgen dat de installatie zo lang mogelijk waarde behoudt.

De ontwerpafdeling van Philips moet daardoor ook anders werken. Zo moeten alle onderdelen van de installatie gemakkelijk te recyclen zijn, dus geen grondstoffen mengen die daarna niet meer uit elkaar gehaald kunnen worden. Ook moeten de onderhoudskosten laag zijn. Dat betekent dat het product zo lang mogelijk goed moet blijven en dat alle onderdelen zo veel mogelijk los te vervangen zijn. Volgens Brummelhuis is er veel veranderd: ‘Vroeger wilden we onze spullen nooit terugkopen. Nu willen we onze spullen juist graag terughebben. Omdat we alles opnieuw kunnen gebruiken. Is het niet voor hoogwaardig hergebruik, dan wel om de onderdelen opnieuw te kunnen gebruiken, of om ze door te verkopen. Als dat allemaal niet lukt, kunnen we de grondstoffen altijd nog recyclen.’

Energiezuinige verlichting, zoals tl-buizen, spaar- en ledlampen, moet na afdanking apart worden ingeleverd. Zodra het bij restafval terechtkomt kan dat schadelijk zijn voor het milieu vanwege de kleine hoeveelheden kwik. Verlichting is bovendien voor meer dan 90%  te recyclen. Reden temeer om lampen te scheiden en apart in te leveren. Ook verlichtingsarmaturen moeten gescheiden worden ingeleverd voor recycling. Armaturen kunnen PCB-houdende condensatoren bevatten die schadelijk zijn voor het milieu.