Ledtransitie


Met de ledtransitie wordt de overgangsperiode bedoeld waarin Nederland van oude verlichtingsbronnen zoals gloei- en spaarlampen en tl-buizen overgaat naar ledverlichting. Deze overgang komt tot stand door wetgeving en marktwerking.


Wetgeving

Door energieverspillende vormen van verlichting te verbieden worden deze langzaam uit de markt gefaseerd en blijft ledverlichting als het voor de hand liggende alternatief over. Vanaf 2012 zijn gloeilampenverboden en vanaf 2018 ook halogeenlampen. In de maatregel 'Ecodesign Lampen' dat door minister Wiebes op 5 december 2019 is aangenomen staat dat vanaf 1 september 2021 de meeste vormen van tl-verlichting verboden zullen worden.


Marktwerking

Door het lagere energieverbruik van ledlampen ten opzichte van andere vormen van verlichting stappen mensen zelf vaak over omdat het goed voor het milieu en/of de portemonnee is. Een ledlamp zet 85% van zijn energie om in licht, de overige 15% gaat naar warmte. Daarmee is een ledlamp veel zuiniger in vergelijking met gloeilampen (die 95% van het energiegebruik omzetten in warmte) en spaarlampen (die 70% van het energiegebruik omzetten in warmte).


Inzameling

Naast het lagere energieverbruik hebben ledlampen ten opzichte van gloei- en spaarlampen een veel langere levensduur. In plaats van de gloeilamp (1 jaar) en de spaarlamp (3-5 jaar) gaat een ledlamp, afhankelijk van gebruikswijze, 10 tot 20 jaar mee. Dit vermindert de hoeveelheid afval aanzienlijk. Door deze langere levensduur vindt er in de inzameling van verlichting een tijdelijke daling plaats. Tijdens de ledtransitie is de inzameldoelstelling van 65% voor de productgroep lampen moeilijker haalbaar.

 

 

bekijk hier alle begrippen