Op het verkeerde been

Onlangs verscheen er een onderhoudende column in het tijdschrift Eigen Huis van de hand van Henriëtte Prast, hoogleraar persoonlijke financiële planning aan de Universiteit van Tilburg. Daarin schrijft ze over het verbod op de verkoop van gloeilampen. Net als veel mensen gebruikt zij er nog een ‘in het antieke lantaarntje in de hal’ en die doet het al negen jaar, terwijl ze ‘de spaarlampen in het trapportaal’ naar eigen zeggen in negen jaar al minstens tien keer heeft vervangen.

 

Gied van Hoorn      Gied van Hoorn
Directeur Stichting LightRec 

LinkedIn  Twitter 
 



Vervolgens schrijft Prast: ‘Met als doel energie en grondstoffen besparen, krijgen consumenten verboden en geboden om de oren. Het verbod op gloeilampen is er een van, en het zal niet lang duren tot er een gebod tot afval scheiden komt.’ Uit de rest van de tekst valt op te maken dat ze daarmee afval scheiden thuis bedoelt, wat volgens haar vooral belastend is voor consumenten. “Na-scheiding is heel goed mogelijk en de teruggewonnen grondstoffen leveren voldoende op om dat proces te bekostigen.”

Ik heb haar een brief geschreven. Want dat een degelijke gloeilamp negen jaar meegaat is mogelijk (en wellicht zal dat lampje in de hal wel niet zo vaak branden) maar dat neemt niet weg dat gloeilampen energievreters zijn. Een goede kwaliteit spaarlamp gaat 6.000 tot 15.000 branduren mee. Dus wie er meer dan één per jaar verslijt, zou eens moeten checken of die lamp wel in het goede armatuur zit, of dat er wellicht sprake is van een fout in de elektrische installatie. Een erkend installateur kan daar snel achter komen.

Verkeerde beenMaar bovenal heb ik in mijn brief uitgelegd waarom het wel degelijk zinvol is (en zou daarom verplicht moeten zijn) om kapotte spaarlampen niet met het restafval af te voeren maar apart in te leveren. Want los van de (complexe) discussie over wat efficiënter is - scheiden van afval thuis of door na-scheiding – zou je niet moeten willen dat schadelijke stoffen zoals kwik in het milieu terechtkomen. En dat risico is heel groot als breekbare spaarlampen en tl-buizen in een bulkproces van na-scheiding uit de rest van het afval gevist zouden moeten worden. Hetzelfde geldt voor oude (lekkende) batterijen en voor elektrische apparaten. Ook die zijn niet of niet goed na te scheiden, met het risico dat er verkeerde materialen in het milieu terechtkomen of materialen niet volledig kunnen worden hergebruikt.

Kortom, en met alle respect voor Henriëtte Prast, deze column zet mensen mogelijk op het verkeerde been. Tegelijkertijd ben ik haar dankbaar, want ze bood mij de gelegenheid hier nog eens toe te lichten waarom LightRec zich al jaren bezighoudt met correcte inzameling en recycling van tl- lampen, spaarlampen en ledlampen en -armaturen. En dat meer dan 90% van de lamp nuttig kan worden hergebruikt. En, last but not least, dat het milieu en dus ook de omgang met afval een gedeelde verantwoordelijkheid is van producenten, overheid en consumenten en andere gebruikers. Ik ben er zeker van dat ook Henriëtte Prast vanaf nu onze zaak steunt. Ik kijk uit naar haar volgende column!